Eindelijk weer naar school

Jongeren popelen om weer naar school te gaan. De lockdown duurt voor hen veel te lang. Ze missen vrienden en worden duf van het online onderwijs. De rek is er uit, ook bij gezinnen en docenten. De scholen zijn weer gedeeltelijk open. In welke vorm dan ook, het is nog verre van normaal. We beseffen dat alle leerlingen de fysieke school hard nodig hebben. En als die leerlingen dan terugkomen… Hoe zorg jij dan voor een goede, fysieke doorstart waarin de noden van de leerlingen centraal staan?

Oog voor welzijn

We zien de jongeren om ons heen of horen de verhalen van ouders. Ze hebben het moeilijk. Denk je in: je zit als puber in je uppie op je kamer. Of in de keuken met je broertjes/zusjes, waar het gezellig maar o zo druk is, waardoor je je moeilijk kan concentreren. Laptop staat de hele dag open. Je worstelt zelfstandig de online lessen door die je maar half begrijpt. Je twijfelt of je je werk goed maakt. De vragen die je hebt, durf je niet te stellen, ondanks dat de docent in beeld is. Hij spoort je aan om mee te denken en je best te doen. Dat hoor je aan zijn stem en zijn woorden, maar het komt niet echt binnen. Je weet dat je klasgenoten ook online meedoen aan de les, maar je voelt de sfeer van samenzijn niet. Dadelijk is de les weer afgelopen, dan moet je weer alleen verder. Misschien kan ik het straks aan mijn vader of moeder vragen denk je.. maar ach zij leggen het toch altijd anders uit. En dan wordt het avond en wil je eigenlijk graag iets leuks doen. Maar ja, niet met vrienden, geen visite, niet eropuit. Veel kan niet. Wat kan nog wel? Zo gaat het leven van een jongere in lockdown.

voorbij. Een leven waarin de basisbehoeften van relatie-competentie-autonomie sterk onder druk staan. Juist jongeren, die houden van vertier en samenzijn, voelen de crisis. Als we wat meer afstand nemen en de langere termijn overzien, durven we misschien het positieve hiervan in te zien.

Het NJI houdt onderzoeken bij over de gevolgen van corona bij jongeren op gebied van beweging, afstandsonderwijs, studievoortgang en mediagebruik.  De resultaten liegen er niet om. De jongeren ondervinden schade. Eenzaamheid is een belangrijk thema. Toch denk ik dat jongeren ook gesterkt worden door de situatie. Ik denk aan mijn 90-jarige vader die WOII heeft meegemaakt en zijn schoolcarrière meerdere keren moest onderbreken, telkens weer opnieuw moest beginnen en uiteindelijk na 10 jaar ploeteren de universiteit af heeft gemaakt. Zijn het verspilde jaren geweest? Volgens hem niet. Zijn diploma is hem veel waard, juist omdat hij zich enorm heeft ingespannen om het te halen. Nog steeds profiteert hij van de kwaliteiten zoals doorzettingsvermogen en wilskracht, die hij dankzij tegenslag heeft ontwikkeld. Wie zo’n moeilijke tijd doorstaat, leert lessen voor het leven.

Jouw kijk bepaalt jouw aanpak

Toen minister Slob begin februari met de mededeling kwam dat de opgelopen achterstanden niet meer weg te werken zijn en een deel van de jongeren een jaar over zal moeten doen, kreeg hij veel kritiek. En terecht. Oplossingen zoals zittenblijven zijn niet meer van deze tijd en zelden effectief. Ze weerspiegelen een traditionele visie op onderwijs en een pessimistische kijk op de wereld. Een eenzijdige focus op kwalificatie. Dit voelt niet goed. Alsof de jongeren de lasten moeten dragen van de ontstane problemen. Dat werkt demotiverend en je helpt er de jongeren echt niet mee. Sterker nog, door te spreken over ‘tekortkomen’ en ‘inhalen’ geef je jongeren de label corona-generatie mee waar ze nooit meer vanaf komen. Later werd bekend gemaakt dat er 8,5 miljard euro vrijkomt om in het onderwijs te investeren. Maar ook met zo’n prachtig bedrag blijft het belangrijk om eerst een gedegen aanpak op te zetten, het liefst één die het onderwijs structureel naar een hoger plan tilt.

Hoe anders zou de aanpak kunnen zijn als we de achterstanden zouden zien als onderwijsvertraging? Deze gedachte kwam van de Amsterdamse en Rotterdamse schoolbesturen. Met de beperkte mogelijkheden van afstandsonderwijs is het niet gelukt om de jongeren de verwachte kennis op te laten doen. En kijk wat jongeren wel geleerd hebben in deze crisistijd: incasseren en aanpassen. Dat is veel waard. Het erkennen van deze levensvaardigheden is belangrijk. Daarmee doe je recht aan de ervaringen van nu. Een natuurlijke ingang om invulling te geven aan andere doelen van het onderwijs: persoonsvorming en socialisatie. Zo’n visie geeft hoop en vertrouwen. Het opent mogelijkheden om het huidige, verstarde onderwijssysteem te doorbreken. Een dergelijke visie biedt kansen voor jongeren en docenten om zich te herpakken. Vanuit een ontwikkelingsgerichte benadering flexibel inspelen op de behoeften van de leerling. Om te beginnen, aansluiten bij wat is. Een nieuwe start waar ongelijkheid realiteit is.

Hoe kijk jij op de afgelopen periode terug? Zie je een achterstand of een nieuwe beginsituatie? Jouw overtuiging is bepalend voor het onderwijs dat jij geeft en hoe je straks de leerlingen weer verwelkomt op school.

Wat kan jij doen om de leerlingen een goede doorstart te laten maken?

Als je bewust bent van jouw visie en die van de school, kun je je aanpak kiezen en uitwerken. Wat hebben de leerlingen nu echt nodig? Een paar handreikingen.

Warm welkom
  • De eerste opdracht is de leerlingen weer in het gebouw te ontvangen. Ze te laten landen in de ooit zo vertrouwde omgeving. Een warm, menselijk onthaal met duidelijke coronaregels zodat docenten en leerlingen (en hun ouders) zich veilig kunnen voelen binnen de gestelde grenzen. Misschien heb je zelf al een leuke begroeting bedacht. Besteed aandacht aan hetweerzien van klasgenoten, het uitwisselen van ervaringen en verwachtingen over de komende periode. Heb oog voor de verschillen, voor groot en klein leed, voor de onverwacht fijne momenten en de groei ze hebben doorgemaakt. Zijn er leerlingen die online les moeten blijven volgen of heeft de ene helft van de klas online les en de andere helft fysiek les? Zorg dan voor verbinding tussen de beide groepen leerlingen.
  • Idee: maak voor een periode van 6 weken steungroepen van twee leerlingen die samen online les hebben en twee leerlingen die samen fysiek les hebben. Geef opdrachten in tweetallen (gemengd en gelijk) en viertallen om elkaar te helpen, kennis over te dragen en samen te werken.
Nieuwe startsituatie
  • Verzamel binnen je sectie en team informatie over de leerlingen op alle vakgebieden en sociaal-emotioneel leren, vanuit een positieve insteek. Wat hebben de leerlingen geleerd? Waar staan ze nu? Wat betekent dit voor het vervolg? Op groeps- en individueel niveau? Breng de informatie bij elkaar en formuleer een samenvattend beeld.
Stap na het opstarten
  • Bepaal samen met de leerlingen en je team de focus voor de komende periode. Met het zicht op de einddoelen van het schooljaar kan iedere docent voor elke leerling inschatten wat er nodig is om de beoogde doelen te halen. Stel daarbij voor jezelf en samen met je collega’s en leerlingen de volgende vragen: waar willen we naar toe? Hoe weten we dat weer zijn? Waar staan we nu? Wat doen we om dat te bereiken? Ga met een hinkstapsprongdoor je programma. Schrap onderdelen die niet noodzakelijk zijn. Houd de belangrijkste leeractiviteiten die bijdragen aan het doel over. Stel waar nodig (in overleg met je team/sectie) doelen bij of geef meer tijd om belangrijke doelen te behalen. Natuurlijk doe je dit in overleg met je team/sectie. Houd naast het cognitieve programma ook ruimte voor mentor- en/of levenslessen en coachgesprekken. Uiteindelijk gaat het om het vinden van een nieuw balans in het programma en een optimale aansluiting bij het niveau van de leerling. Doel is door maatwerk de motor van het leren in de hoogst mogelijke versnelling weer aan de gang te krijgen.
Improviseren
  • Voor iedereen is de fysieke herstart wennen. Pak de ruimte om iets nieuws aan te gaan. Improviseer. Werk samen. Schroom niet om samen met je collega’s de lessen anders te organiseren als dat beter is voor de leerlingen. Voeg groepen samen en laat een collega een prikkelend college geven terwijl jij gesprekken voert met enkele leerlingen om er achter te komen hoe het echt met ze gaat. Neem instructies op video op of gebruik bestaande, relevante tutorials om de leerlingen voor jouw les kennis te laten opdoen (flipping the classroom) zodat je tijdens je les een interessant gesprek hierover kunt houden. Laat leerlingen tijdens een les reacties online posten (bijvoorbeeld op Padlet) waar leerlingenthuis ook aan mee kunnen doen. Daag de leerlingen met speelse werkvormen uit tot bewegen, interactie, debat en diepe gesprekken, want dat hebben ze afgelopen maanden zo gemist. Kortom, leef je uit!

Of en hoe jouw school ook open is, met deze ideeën in je schooltas ben jij voorbereid.

 

 

Fijn dat jij er weer bent!

Het is bijna zover. Het nieuwe schooljaar gaat beginnen. Kinderen, (ouders) en leraren ontmoeten elkaar weer na een lange vakantie. Het voelt allemaal nog onwennig. Maar als de leraar iedereen welkom heet en zijn/haar vertrouwen in de groep uitspreekt,  dan valt voor de meeste leerlingen de spanning weg.

Veel scholen maken van de start van het schooljaar een groepsvormend gebeuren. Met de intentie een goede sfeer te scheppen waarin leerlingen optimaal met elkaar kunnen leren en samenwerken. Om de groepsvorming schoolbreed invulling te geven, maken scholen vaak afspraken over de manier waarop de kinderen ’s ochtends begroet worden. Een wezenlijke routine om uiting te geven aan ‘Fijn dat jij er (weer) bent!’. En hoe zit dat bij jou/jullie? Hoe ga jij volgende week de kinderen begroeten? Hoe maken jullie als team duidelijk dat alle kinderen welkom zijn? Hoe lang kijk jij de kinderen aan als je ze begroet? Vragen om te overdenken. In deze blog doe je inspiratie op voor een warm welkom in het nieuwe schooljaar.

Begroeten als routine

Een paar maanden geleden deed ik een interessante ervaring op. Ik was op een school die ik begeleid bij het realiseren van een optimaal schoolklimaat. Hier worden de kinderen elke ochtend in de hal begroet door een groep leerkrachten. Deze dag zou ik observeren in de school. Omdat ik al vroeg in de ochtend aanwezig was, werd ik uitgenodigd om mee te doen aan het dagelijkse welkomstritueel. Ik voegde me tussen de leerkrachten in de hal. We stonden op een rijtje. De eerste leerling kwam vrolijk binnen, keek de rij aan, gaf de eerste leraar een hand, toen de volgende, en tot mijn verrassing mij ook. Dat gaat gemakkelijk, dacht ik. Het volgende meisje kwam bedremmeld binnen, gaf mijn buurman een hand, en bij mij aarzelde ze even. Ik zei vriendelijk goedemorgen, ze mompelde terug. Ik gaf haar een glimlach en ik kreeg er één terug. Hoe mooi is dat, om alle kinderen een Fijn-dat-je-er-bent-boodschap te geven. Ik kon merken dat het voor iedereen heel gewoon was om elkaar zo te begroeten. Prettig voor iedereen en voor leraren een moment om het gemoed van leerlingen te peilen. En dan te weten, dat dit schoolteam grote moeite had met het implementeren van deze routine. Veel leraren geloofden niet in de werking van deze afspraak. Maar toen ze het eenmaal allemaal deden, ervoeren ze het positieve effect ervan.

Magische tussenruimte

Terwijl ik me verbaasde over het fijne gevoel dat de ontmoeting met de kinderen mij bracht, vroeg ik me ook af: Wat maakt dat ik zo gegrepen wordt door het contact met een kind? Waarom heb ik zo’n behoefte om na de vakantie weer mensen te zien, zoals mijn vader die achterbleef. En breder: Wat gebeurt er eigenlijk precies als mensen elkaar aankijken, in die tussenruimte van mens tot mens? Er wordt nog wel eens gezegd: De ogen zijn de ramen van de ziel en fungeren als een poort tussen wat wij zien en wat wij voelen. Doorredenerend, als ik na de vakantie mijn vader te zie, krijg ik via zijn ogen een doorkijkje in zijn gevoelens, mogelijk van eenzaamheid of gemis? Diep in de ogen kijken kan dus veel informatie opleveren en heel intiem zijn. Ik kan me voorstellen dat mensen het lastig vinden om hun ziel bloot te leggen in het contact. Confronterend ook. Of bedreigend, zoals het kwetsbare meisje op die ene school mijn eerste blik mogelijk heeft ervaren.

Aandacht voor elkaar

Begroeten is een moment van aandacht voor elkaar. Dat kan heel intens zijn. Laatst kwam ik dit filmpje weer eens tegen via een bericht op Linkedin: Look beyond borders. Hoewel ik het filmpje al kende was ik opnieuw ontroerd. Wat een sterk gevoel van verbondenheid ontstaat er als twee mensen uit verschillende werelden elkaar 4 minuten lang aankijken! Het bericht kreeg vele likes en diverse commentaren zoals: ‘mooi, prachtig, hoopvol, hier word ik blij van’. Ik vroeg me af: Als we met z’n allen deze blik van verbinding zo waarderen, waarom passen we dit niet dagelijks toe, hebben we letterlijk meer oog voor elkaar? Elke leraar begroet zijn/haar leerlingen. Maar hoe intens doe jij dat? Wat zien we in de blik van een ander als we elkaar begroeten?

Doe het eens anders

Op veel Vreedzame Scholen staan de leraren ’s ochtends bij de klasdeur om de kinderen met een handdruk te begroeten. Een goede gewoonte. Ik heb het altijd zeer gewaardeerd. Tot ik het volgende filmpje tegenkwam, klik op foto.

Je ziet in dit filmpje jonge kinderen elkaar begroeten. Het levert schattige beelden op. Ik word erdoor geraakt en jij vast ook. Vervolgens zie ik ook de meerwaarde van de onderlinge begroeting: versterking van de band tussen leerlingen.

Past dit niet uitstekend bij een school die de leerlingen bewust maakt van hun eigen rol in het groepsproces? Of bij jouw doel om het contact tussen de kinderen te intensiveren? Ik ken geen enkele klas in Nederland die elkaar zo begroet. Durf jij het experiment aan in jouw school? Laat het me weten hoe dat bevalt.

 

 

Het nieuwe schooljaar, hoe start jij met jouw nieuwe groep?

groepsprocessen“Zin in?” Het wordt mij deze weken regelmatig gevraagd. Heb jij weer zin om te beginnen? Een lastige vraag. Enerzijds ben ik voldaan en ontspannen na een heerlijke vakantie en voel ik enige drang om me weer nuttig te maken. Ik kijk uit naar het weerzien van collega’s en klanten en het samenwerken aan interessante projecten. Maar als ik naar mijn agenda en mailbox kijk, gaat mijn aandacht uit naar afspraken waar ik tegenop zie en voel ik de werkdruk weer opkomen. Dan denk ik, liever nu nog even niet. Hoe kan ik mijn prettige gevoel van de vakantie vasthouden in mijn werk, zodat ik kan blijven genieten? Misschien denk je net zo over de start van het schooljaar. Misschien sta je er heel anders in. Hoe je het ook wendt of keert, volgende week stromen in Zuid-Nederland de klassen weer vol met kinderen. De leerkrachten mogen ze welkom heten. Een mooi moment. Natuurlijk heb je je voorbereid op de nieuwe groep en zul je je best doen om al die kinderen hartelijk te ontvangen.  Bij de eerste ontmoeting vallen de zorgen van je af, want de kinderen slokken de eerste schooldag al je aandacht op.

Grote overgang

Zes weken vakantie en geen school. Dat is een lange tijd, waarin de kinderen letterlijk en figuurlijk doorgroeien. Een tijd van vrij zijn, samen met je ouders op pad, lekker spelen, buiten als het kan en binnen als het moet. Eindeloos gamen, film kijken of andere dingen doen waar je je in kan verliezen.  Ondertussen voortdurend in contact (gebleven) met vrienden. De laatste vakantieweek begint het bij de meeste kinderen wel te kriebelen, anders wel bij de ouders die de kinderen wijzen op het einde van het vrije leventje. Volgende week gaat de wekker weer af, ochtendrituelen in een hurry op naar school. Een nieuwe groep, een nieuwe juf/meester of mentor. Hoe zal het gaan?

Sommige kinderen brengen zichzelf alvast in de schoolsfeer door het verzamelen van hun schoolspullen, versieren van de agenda of afspraken maken met schoolvrienden. Ze kijken er naar uit om hun klasgenoten weer te zien, de nieuwe leerkracht te ontmoeten, samen gericht en gestructureerd aan de slag te gaan. Andere kinderen stellen het moment van ‘denken aan school’ uit tot de laatste dag.

Gelukkig gaan de meeste kinderen graag naar school. Maar dat geldt niet voor iedereen. Denk aan kinderen met weinig positieve sociale contacten, of pestervaringen, kinderen die niet gemotiveerd zijn in leren op school of lage verwachtingen hebben van zichzelf. Uit onderzoek van Lisette Hornstra (2013) blijkt dat jongens, kinderen uit etnische minderheden en lage sociaal-economische klasse vanaf groep 5 een minder goede werkhouding laten zien. Wellicht zien zij ook meer tegen school op. Kinderen gaan dus, net als de leerkrachten, met verschillende gevoelens en verwachtingen naar school. Het is voor hen ook weer wennen.

Groepsvorming

Omdat de kinderen elkaar lange tijd niet meer hebben gezien hebben en ondertussen veel gebeurd is, begint elk schooljaar de groepsvorming opnieuw. Hoe zorg jij als leerkracht dat de kinderen een goede start maken? Ga je strak beginnen, en laat je teugels vieren als het kan. Of neem je de tijd om te kijken wat er gebeurt, hoe de kinderen op elkaar reageren, en onderneem je actie als het nodig is? Volgens R. van Engelen (van het boekje Grip op de groep) is het belangrijk om vanaf dag 1 de regie te nemen en met de groep te werken aan een positieve band, door samen met de groep vanuit gedeelde waarden en normen, afspraken te maken over de omgang met elkaar, de werkhouding en de leerdoelen van het jaar. Zo voorkom je dat (een kleine) groep kinderen zelf het heft in handen gaat nemen.

Eigenlijk gaat het om de juiste dingen doen op het juiste moment. Interventies die passen bij de behoeften van kinderen in een bepaalde fase van de groepsvorming. In het schema hieronder zie je wat de kinderen nodig hebben van de leerkracht in de verschillende fasen van groepsvorming (Tuckman, Kees van Overveld) gedurende het schooljaar. De normingfase is hier, anders dan het natuurlijk groepsvormingsproces, voorop geplaatst om aan te geven dat de leerkracht direct de touwtjes in handen moet nemen.

Fases van de groepsvorming  Algemene onderwijsbehoeften van de groep
Forming:De kat uit de boom kijken, elkaar verkennen
  • Een leraar die leerlingen met elkaar in gesprek brengt
  • Ondersteuning bij het ontdekken van de leer- en leefomgeving
  • Een leraar die ieder kind het gevoel geeft erbij te horen
Norming:Groepsnormen bepalen
  • Een leraar die duidelijk is
  • Een leraar die de regels en gedragsverwachtingen expliceert
  • Een leer- en leefomgeving die veilig is
Storming: Wie is de baas?
  • Hulp bij het bepalen van ieders positie in de groep
  • Een leraar die aandacht besteedt aan het omgaan met conflicten
  • Activiteiten die pestgedrag voorkomen
  • Groepsgenoten die respect tonen voor elkaar, elkaars mening en karakter
Performing: De groep is gevormd, de rollen zijn verdeeld, nu nog eraan blijven werken om terugval te voorkomen.
  • Een leer- en leefklimaat waarin plezier, rust en orde het uitgangspunt zijn
  • Activiteiten die uitnodigen tot samenwerken
  • Een leraar die ieders talent tot bloei laat komen
Adjourning: Evalueren, afsluiten en vooruitkijken
  • Een leraar die leerlingen voorbereidt op het naderende afscheid
  • Een pedagogisch klimaat waarin de sfeer tot aan het eind plezierig is

Komende weken komt het er op aan. Dus, meteen aan de slag. Hierbij een paar handige tips voor in de klas:

Tips

1. Begroet de kinderen dagelijks bij de klasdeur
Dan heb je met elk kind even persoonlijk contact, je kunt zien hoe vandaag de vlag ervoor staat bij het kind en daarmee rekening houden in je les.

2. Richt samen met je kinderen de klas in
Geef de kinderen inspraak bij de inrichting van de klas en laat ze het voor een deel ook zelf doen. Maak ruimte voor het werk van de kinderen, foto’s en ander materiaal over wat hen bezig houdt op dat moment (voetbalclub, filmster), bepaal samen hoe je in groepjes zit, zorg voor een verjaardagskalender en weekoverzicht met bijzondere gebeurtenissen. Het kan nog extremer. Chantal van Ophuizen en Jeroen Smits zijn vorig jaar de uitdaging aangegaan door te starten met een lege klas. Over hun ervaringen schreef Chantal van Ophuizen vorig jaar een leuke blog op www.hetkind.org : “Vandaag mogen jullie het zeggen”.

3. Doe regelmatig een activiteit waardoor de kinderen elkaar beter leren kennen
Een concreet voorbeeld: kinderen in de kring, in tweetallen vertellen ze kort over zichzelf (belevenis n de vakantie, of wie je bent, wat je graag doet, met wie je thuis woont), vervolgens vatten de kinderen het verhaal van de ander samen aan de klas. Zo heeft iedereen tegelijk iets kunnen vertellen over zichzelf, leren de kinderen elkaar kennen, en leren ze actief te luisteren en samen te vatten. Belangrijk hierbij is dat de kinderen de eerste weken ervaren dat ze dingen gemeen hebben met elkaar. Dat versterkt het gevoel van ‘erbij horen’. Daar past ook een keer een liedje bij om lekker samen uit je dak te gaan.

4. Bepaal samen met je groep wat belangrijk is dit jaar
Maak afspraken met je groep over de omgang met elkaar. Formaliseer dit na een paar weken door samen met de kinderen bijvoorbeeld een poster te maken met de vastgestelde afspraken en laat hun handtekening daar onder zetten.

5. Geef veel complimenten
Met het geven van opstekers of complimenten over concreet gedrag maak je duidelijk wat je van de kinderen verwacht. Een ideale verhouding tussen opstekers en negatieve kritiek is 4 : 1. Vaker dan je misschien denkt. En als je ook nog meent wat je zegt, wordt je opmerking goed ontvangen. Complimenten bepalen sterk de sfeer in de groep, dat merkt elk kind.

6. Evalueer regelmatig
Met elkaar leren en leven in een groep gaat met ups an downs. Sta regelmatig stil bij de groepssfeer en het gedrag van eenieder. Wat was helpend en wat niet? Hoe doen we het de volgende keer beter, anders?

7. Maak schoolafspraken
Zorg ervoor dat je schoolafspraken maakt over jullie aanpak in de eerste weken van het schooljaar. Evalueer na 6 weken de sfeer van elke groep in het team. Onderneem zo nodig actie. Een goed voorbeeld is het Sint Jozefschool protocol 

Ik wens iedereen die met een nieuwe groep kinderen van start gaat weer veel succes. Ga ervan genieten en hopelijk zijn mijn tips zinvol voor het groepsproces.

Meer weten over groepsprocessen?

Wil je graag eens in gesprek gaan rondom groepsprocessen bij jou op school? Ik begeleid scholen op het gebied van groepsprocessen. Voor meer informatie klik hier of neem contact op met mij of laat een reactie achter hieronder.