2020, Gewoon een bijzonder jaar

 

2020, een bijzonder jaar. Getekend door corona. Een wereldwijd virus dat de poten onder onze succesvolle vooruitgang deed wegzagen. Corona treft ons allemaal. De een verliest een dierbare, de ander zijn/haar baan. Kwetsbare alleenstaanden worden in een lockdown op zichzelf teruggeworpen. Een enkeling profiteert van de situatie en viert met zijn start-up internetbedrijf het succes van zijn leven. Anderen dreigen te bezwijken onder de hoge werkdruk in onderwijs en zorg. En ik voel als kleine zelfstandige en moeder mee. Al blijft groot leed gelukkig gespaard. Gewone dingen zoals een knuffel, een concert of een praktijkles waren ineens niet meer mogelijk.  Daar kwamen virtuele alternatieven voor in de plaats. Toch heeft de pandemie ons ook met beide benen op de grond gezet. We genoten als nooit tevoren van de bossen in ons land, de bloemenpracht in onze eigen tuin, de saamhorigheid in de buurt en de steun van vrienden. De gewone dingen, klein en nabij, werden ineens heel bijzonder.

Records gebroken

Nog nooit zo dicht op elkaar gewerkt en geleefd. Mijn man, zoon (en vriendin) en ik in één huis. Voortdurend rekening houden met elkaar. Online meetingen afstemmen. Gezellig samen lunchen en sparren over het werk. We barstten van de ideeën om ons werk digitaal voort te zetten. Zo hielpen we elkaar verder als nooit tevoren.

Onze dochter op kamers behoorde tot een ander huishouden, zo leerden we. Ik zal nooit vergeten dat we met haar afspraken in een park in Delft. Tussen ons in een groot picknickkleed om 1,5 meter afstand van elkaar te kunnen houden. Ieder met een eigen portie eten. Het voelde zo onnatuurlijk. Met de boa’s op onze hielen. Maar tegelijkertijd ook heel fijn om je dochter gezond en springlevend te zien. Nog nooit zo intens genoten van het buitenleven: de ontluikende lente, de lange zomeravonden in eigen tuin en de kleurenpracht in de herfst. Geen avontuurlijke vakantie maar tijd om te lezen. Ik verdiepte me in Hans Rösling, zijn kijk op de wereld. Het gaat beter dan je denkt. Zie de feiten. Opzienbarend! Zijn positief-realistische kijk op de wereld maakte mij opmerkzaam terwijl we in de ban waren van het virus en de media ons dagelijks met angstaanjagende beelden en grafieken bestookten. We kregen via televisie tips om je leefstijl gezond te houden. Ga naar buiten. Elke dag een ommetje, en tel uit: dat zijn vanaf half maart al 285 ommetjes. En wat hebben we veel dingen voor de eerste keer gedaan. Zo aten we voor het eerst een brievenbustaart, organiseerden we een online verjaardagsborrel, organiseerde we meetings op Zoom, konden we als ouder eens ervaren hoe het is om je eigen kinderen les te geven en mochten we een  livestream begrafenis meemaken. Zelfs theater deden we virtueel. Het was niet anders. Dit waren aanvaardbare alternatieven. Nieuwe rituelen om het leven aantrekkelijk te maken.

Klein en dichtbij

In plaats van lange verre reizen, bleven we dichtbij huis. Nederland ontdekken. Of nog kleiner, onze eigen buurt, onze tuin. We maakten fietstochtjes en genoten van ons kampeerplekje in België aan de Ourthe. We liepen de Elyzeese velden op en neer en deden oefeningen aan de Spiegelwaal. We maakten avondwandelingen door de buurt. Mijn man en ik; de buurvrouw en ik; of ik alleen. In het donker zigzaggend door onbekende straatjes op zoek naar knus verlichte huiskamers. Een loopje naar de supermarkt. Fijn om er even uit te zijn. Wat wonen we hier toch mooi, zeiden we dan tegen elkaar.

Grenzen en dilemma’s

We zochten de grenzen op. Wat kan nog wel? We organiseerden hokjesverjaardag, reisden kilometers op zoek naar leegte op het strand, haalden maaltijden af bij restaurantjes in de buurt of pakten een terrasje zodra het weer kon. Onze verantwoordelijkheid in de 1,5 meter samenleving werd op de proef gesteld. We spraken erover aan tafel. Doe jij een mondkapje op als het wenselijk is, maar niet verplicht? Hoe reageer je als iemand achter je in de rij voor de kassa in de supermarkt te dicht op je staat? Ga jij op bezoek bij oma en houd je dan afstand? Landelijke regels en regelmatige updates van cijfers waren onze houvast. Ook al waren de regels soms discutabel. Zo zal niemand vergeten hoe de tehuizen noodgedwongen op slot moesten en we niet meer bij ouderen en kwetsbaren op bezoek konden. Ik zie de families nog ontredderd en verdrietig tegen elkaar aan het raam geplakt. Elkaar moed insprekend… ‘Komt goed mam’. Raamvisite, tja… we weten nu wat dat is, hoe dat voelt. Corona leek controleerbaar, maar telkens kwam er een nieuwe golf. We oefenden in geduld en uithoudingsvermogen, want misschien komt er toch…? En als we corona niet kunnen indammen, dan kunnen het beter omarmen, stelde psychiater Damiaan Denys voor. Zo zwabberden we 2020 door, met aan het eind van de tunnel het licht: een vaccin!

Dankbaar

Terugkijkend tel ik mijn zegeningen. Dat ik samen met mijn gezin gezond en veerkrachtig 2020 ben doorgekomen.  Dat we in harmonie met elkaar thuis leven. In een groot huis met een tuin, met zoonlief op zolder, ‘op kamers’. Geld genoeg om ons thuiskantoor te upgraden. De huiskamer werd een multifunctionele ruimte waar naar hartenlust werd gewerkt, gegamed, gedineerd, yoga beoefend en geschilderd. Dankbaar dat we op een veilige manier voor onze ouders konden zorgen. We hebben ons kunnen herpakken. Onze fantasie en flexibiliteit aangewend om het roer om te gooien. Van live naar online werk. Van buitenlandreizen en familiefeesten, naar ommetjes in eigen buurt. Voortdurend denken in mogelijkheden. Wat kan wel? Ondertussen droom ik over een leven voorbij de 1,5 samenleving. Een leven waarin we elkaar mogen aanraken, knuffelen, troosten en diep in de ogen aankijken. Weer veilig samen zingen, stoeien, spelen. Aandacht voor elkaar, alles wat leeft en krioelt op aarde.

Hoe 2021 zal verlopen? We weten het niet. Laten we 2021 open tegemoet treden. Het leven leven!

Het ga je goed! Saskia

Doelen om te leren

Kinderen leren schoolse vaardigheden niet vanzelf. Daar is goed onderwijs voor nodig. Maar wat is nu belangrijk om te leren? Doelen helpen om focus aan te brengen in alle leerstof die op leerkrachten en leerlingen afkomen. Doelen zijn mijlpalen waaraan kinderen en leerkrachten zich kunnen optrekken bij het leren en onderwijzen. Kleine doelen per les of grote doelen per periode, jaar. Ze moeten passen als een warme jas. Afgestemd op het niveau van de kinderen en zichtbaar voor iedereen. Maar hoe kom je nu tot een passende doelenset? En hoe maak je daar goed gebruik van? Voor deze blog put ik inspiratie uit de begeleiding van basisscholen De Laarakker en De Laarhorst in Arnhem. Samen maakten we na een zorgvuldige selectie, een overzicht van cruciale leerdoelen voor lezen, taal en rekenen. Inmiddels zijn de overzichten omgetoverd tot aantrekkelijke posters die vanaf dit schooljaar in alle klassen worden gebruikt.

Doelen helpen je vooruit

Doelen helpen je vooruit. Ze geven focus en richting aan ontwikkeling. Met het stellen van doelen maak je keuzes: waar houd je je mee bezig en waar houd je je niet mee bezig? Voor basisscholen De Laarakker en De Laarhorst was het belangrijk om voor groep 1 t/m 8 leerdoelen te formuleren voor de vakken: (technisch en begrijpend) lezen, taal en rekenen. Doelen die cruciaal zijn voor de doorlopende leerlijnen. Zeker na de ervaring met afstandsonderwijs i.v.m. Corona, was de behoefte aan doorlopende doelen groot. De verschillen tussen de leerlingen waren immers groter geworden dan ooit. Een werkgroep kreeg de opdracht om een voorselectie te maken. Om tot een passende doelenset te komen, gebruikten we de doelensets van Bureau Helder als basis. Vervolgens hebben we doel voor doel gekeken of ze passend waren voor de huidige groepen leerlingen (unit ½, ¾, 5/6 en 7/8). Natuurlijk konden we de leerdoelen ook uit de methoden halen, maar omwille van flexibilisering was het juist een uitdaging om een methodeonafhankelijke selectie te maken.

Wat je eenmaal tot doel verheft, kun je bereiken. Althans, je komt, als je op een goede manier het juiste oefent, in de buurt van het gestelde doel. Het regelmatig benoemen van het doel helpt je bij het leerproces. Als een mantra klinken de woorden door tijdens het leren, zodat je continu herinnerd wordt aan het doel. Doelen zeggen iets over de gewenste situatie. Daar wil je naar toe. Doelen werken als een magneet. Je wordt er naartoe getrokken

Doelen helpen je vooruit als je ze goed formuleert. Als ze uitdagend zijn, maar niet onhaalbaar. Als ze duidelijk en begrijpelijk zijn. Als ze je stimuleren tot actie.

Met deze gedachten in ons hoofd, vonden we het belangrijk om de doelen op een consequente manier te verwoorden (in concrete prestaties), aantrekkelijk en zichtbaar te maken. Uiteindelijk werden alle doelen per vak en leerjaar omgetoverd tot een prachtige doelenposter. Posters die goed zichtbaar in de klas konden worden opgehangen en waarmee het gesprek met de kinderen over doelen kon worden geopend.

Helpen doelen je altijd vooruit? Nee, doelen, vooral onbereikbare, kunnen je ook ontmoedigen. Als je blijft staren naar een ver weggelegen doel en je kijkt vooral naar wat je nog niet kent/kan, dan raak je ontmoedigd. De kans is groot dat je niet meer in het doel gelooft en het bijltje erbij neerlegt. Als je daarentegen accent legt op de kleine dingen die wel lukken, dan stimuleer je het geloof in eigen kunnen. Ook kun je zeggen je iets NOG niet kan. Daarmee nodig je jezelf of de ander uit om door te leren, tot dat je het WEL kan. Herken je dit bij jezelf of bij de kinderen? Probeert het eens uit of doe het vaker.

Doelgericht werken

Doelen hebben pas waarde als je er goed mee omgaat. Om doelgericht te kunnen werken heb je doelgericht gedrag nodig. Maar wat is dat precies, doelgericht gedrag?

Doelgericht gedrag is het vermogen om gestelde doelen daadwerkelijk te behalen. Mensen die zich doelgericht gedragen zijn zich bewust van hun eigen aandeel in het behalen van de doelen. Ze investeren tijd, trainen precies de gewenste vaardigheden, oefenen trouw, stellen realistische (tussen)doelen en kijken voortdurend kritisch of ze op de goede weg zijn. Daarnaast zijn ze ervan overtuigd van het belang van het gewenste doelgedrag. Wat is het mij waard?

Je kunt onmogelijk van kinderen verwachten dat ze dit vermogen al hebben. Zelfs volwassenen hebben er nog moeite mee. Eerlijk gezegd heeft het mij jaren gekost om doelgericht yoga te beoefenen. En als je me vraagt of ik dit vermogen ook kan toepassen bij andere doelen, dan moet ik je teleurstellen. Bij pianospelen schuif ik mijn doel  ’10 pianostukken vloeiend en uit het hoofd spelen’ telkens voor mij uit. Misschien is dit doel op dit moment voor mij te hoog gegrepen. Misschien zou het helpen als ik mijn doel kleiner maak (2 stukken in plaats van 10) zodat ik toch na drie maanden oefenen succes heb en gemotiveerd blijf om te spelen.

Kortom, er valt nog veel te leren. Zeker voor kinderen.

Wat zou jij kunnen doen om kinderen doelgericht gedrag te leren? Een paar ideeën:

  • Wees een voorbeeld voor de kinderen door zelf doelgericht gedrag te tonen. Verwoord bijvoorbeeld hardop je doel, je gedachten en gevoelens daarbij. Maak duidelijk hoe je jezelf naar dit doel begeleidt. Vertel daarbij eerlijk wat goed gaat en wat niet.
  • Bespreek met de leerlingen een lesdoel of periodedoel. Laat ze vertellen wat ermee wordt bedoeld. Wat kun je dan precies als je het doel beheerst? Is het doel haalbaar? Waarom denk je wel/niet? Hoeveel tijd heb je ervoor nodig. En als je nog 10x vaker kan oefenen, is het dan wel haalbaar? Welk stukje kun je al wel? Welk stukje moet je nog leren? Deel zo nodig het doel in leerbare brokjes.
  • Laat kinderen merken dat hun inzet ertoe doet. Jouw feedback op inzet is goud waard. Je stimuleert daarbij een groeimindset bij de leerling. Geef complimenten op positief werkgedrag en wijst hen op helpende strategieën zoals: hulp vragen, terugzoeken hoe het ook al weer moest, de tekst nog een keer lezen etc. om moeilijkheden te lijf te gaan.
  • Oefen gericht. Laat geen rijtjes sommen of andere oefenstof maken die de leerling al kent. Dat is nutteloos. Geef daarentegen oefenstof die de leerling nog net niet goed beheerst, waar moeite voor nodig is om een goede prestatie te leveren. Laat ze zelf inschatten of de moeilijkheidsgraad van de oefenstof passend is.
  • Streep doelen af die behaald zijn. Dan zien kinderen gedurende het jaar wat zij hebben geleerd en wat zij nog moeten leren. Sta er even bij stil of maak er een klein feestje van tussendoor, dat versterkt de sfeer en saamhorigheid in de groep.

Heb jij zin gekregen om meer met doelen te doen? Laat het me weten.

Saskia van Dongen, TeamKracht

Op pad als onderwijspionier

Op veel scholen slaat de vernieuwing toe. Vanuit nieuwe onderwijsconcepten vinden baanbrekende veranderingen om alle kinderen een kansrijke toekomst te geven. Hoe sta jij in deze verandering? Sta je open voor wat komt/is en loop je voorop? Zie je jezelf als een pionier of innovator? Lees in deze blog of en hoe je deze rol kan pakken.

Pionieren, iets voor jou?

Onderwijs gaat je aan het hart. Je bent je bewust van de wereldwijde uitdagingen op gebied van de mensheid en natuur. Voor het onderwijs is een belangrijke rol weggelegd om jongeren op deze toekomst voor te bereiden en ze te begeleiden op hun weg naar vaardige, waardige en aardige volwassenwording.
Als pionier of inno

vator in de dop, ontwikkel je een eigen mening over leren en onderwijs. Hoe het is, anders en beter kan. Je bent geraakt door schrijnende situaties waarin jongeren bedoeld of onbedoeld tekortkomen. Jongeren die urenlang stil moeten zitten, luisteren naar instructie zonder inbreng of interactie. Je warme onderwijshart gaat kloppen als je ziet hoe de kinderen van de buurschool vrolijk babbelend in groepjes in de schooltuin met de ipad in hun hand kleine beestjes bestuderen.

Vanuit nieuwsgierigheid ga je verder op zoek. Wat kan er allemaal? Wat werkt? Je gaat nieuwe dingen uitproberen in je klas.
Je wordt je bewust van je positie in de school, in het team. Wat jij betekent voor jouw school. Je praat mee over de visie van de school. Je doet actief mee aan onderwijsveranderingen waar je in gelooft.
Herken je deze ontwikkeling bij jezelf? Dan ben je toe aan de vraag: Ga ik mijn loopbaan vervolgen als pionier of anders gezegd: innovator?
Met de keuze voor pionieren, begin je aan een reis, zoals Mieke de Vreede in haar boek: ‘Duurzaam pionieren in het onderwijs’ beschrijft. Een reis samen met jouw school/organisatie naar een gedroomde toekomst. Een reis in onbekend terrein, want het onderwijs dat je voor ogen hebt bestaat nog niet. Dat nieuwe onderwijs ga je stap voor stap met je collega’s ontwerpen..
Is dit jouw perspectief? Een stap waardoor jij bevlogen kan blijven in het onderwijs?
Zo ja, dan ga je
• Jezelf ontwikkelen als innovator
• Een plek creëren in de omgeving waar de verandering plaatsvindt, jouw school/organisatie
• Samen met je team e.a. een innovatieproces begeleiden.

Op reis

Daar ga je dan. Op pioniersreis, vol uitdagingen en inspiratie.
Een reis met obstakels, omdat immers nog niet duidelijk hoe je samen de gedroomde eindbestemming gaat bereiken. Dit vraagt energie, veerkracht en doorzettingsvermogen van iedereen, en vooral van jou als innovator. Een reis waarin je als bevlogen leraar volledig in kan opgaan en tegelijkertijd goed voor jezelf moet zorgen. Want het kan zomaar zijn dat als je eenmaal als innovator in je team aan het werk bent, overvraagd wordt door je collega’s met talloze klusjes. Ik zie het helemaal voor me. De leerkracht die zich opwerpt als I (innovatie) coach, tegelijkertijd als ict-coördinator wordt ingezet wordt om het afstandsonderwijs te ondersteunen en overstelpt wordt met ict-vragen van collega’s. Zie dan maar het hoofd koel te houden en vanuit het grote overzicht van je rol de goede dingen te doen. Dat is een ware uitdaging.
Gelukkig kun je bijsturen. Daar heb je de tijd voor. Een groot visiegestuurd veranderingstraject zoals het realiseren van groepsdoorbrekend onderwijs of het ontwikkelen van een formatieve cultuur, neemt immers jaren in beslag. Jaren die nodig zijn om met het team een visie te ontwikkelen, de leerlingen en ouders erbij te betrekken, het team en de leerlingen voor te bereiden op anders onderwijzen/organiseren, en te begeleiden bij experimenten en de daadwerkelijke realisatie van de vernieuwing.
Je gaat op deze reis leerzame jaren tegemoet waarin je jezelf in je rol als innovator en je team tot in de diepste vezels leert kennen.
Innoveren doe je samen. In de verbinding met anderen neem je jezelf mee. Daarom is het goed om vooral ook jezelf onder de loep te nemen.
‘Co-creation is a journey and the most important one is our inner journey’ (Otto Scharmer)

Jezelf ontwikkelen als pionier. Hoe doe je dat?

Terwijl je met je schoenen in de onderwijsklei staat, met jouw klas/team, ga je aan de slag. Je onderneemt een aantal activiteiten waarin je jezelf en het onderwijs beter leert kennen. Ook maak je je ambitie kenbaar aan anderen, zodat zij je in je pioniersreis kunnen ondersteunen.
Makkelijk gezegd. Maar hoe pak je dat aan? Een paar ideeën:

Beeld van jezelf in je nieuwe rol

• Maak een mindmap met de volgende elementen: Wat is mijn ideaal? (waarden) Hoe zie ik mijzelf? (identiteit) Waar geloof ik in? (overtuigingen) Wat kan ik? (kwaliteiten) Wat doe ik? Waar heb ik mee te maken? (omgeving)
• Vergelijk jezelf met het profiel van een innovator, zoals in dit plaatje bijvoorbeeld. Welke mindset herken je en welke niet?

Beeld van het onderwijs

• Luister en kijk naar collega’s op school en daar buiten. Hoe geven zij les, waarom doen zij het zoals zij het doen? Stel je op als goede luisteraar en niet-weter. Vraag door en door tot dat je de kern te pakken hebt. Met de W-vragen kom je een heel eind.

• Ga in gesprek met leerlingen en ouders. Wat vinden zij van het onderwijs dat zij nu krijgen? Hoe kan het volgens hen anders en beter?
• Onderzoek de belangrijke ontwikkelingen in onderwijs. Wat boeit jou vooral? Ga op zoek naar jouw idealen. Hoe zou onderwijs eruit zien als je als God de wereld zelf kan scheppen?
• Laat je inspireren met aantrekkelijke filmpjes, praktische voorbeelden en gelijkgestemden in (online) netwerken.
In gesprek met je leidinggevende
• Ga in gesprek met je leidinggevende over je ambitie als innovator. Hoe kijkt hij/zij tegen jouw voornemen aan? Is er een groot project waar jij een innovatieve rol in kan spelen? Welke ondersteuning en faciliteiten kan hij/zij bieden om jouw rol goed te kunnen vervullen?
Als je hier samen uitkomt, dan kun je je duidelijker gaan positioneren in jouw team.
Je weet nu hoe je kunt beginnen met jouw reis. De meeste leraren ervaren het pionieren als een eenzaam proces. Dat is logisch, want vaak ben je de enige op jouw school die deze rol vervult. Hoe fijn zou het zijn als je dan je ervaringen kunt delen met andere innovatoren of i-coaches? Of raad kan vragen als je voor een probleem of dilemma staat? Organiseer daarom je eigen steungroep en durf hulp te vragen. Je kunt hiervoor ook bij mij terecht. Ik help je graag op jouw pioniersweg.

Saskia van Dongen, TeamKracht
Samen werken aan innovaties: Verbinden-Veranderen-Verbeelden